Deuteronomium 33:11

SVZegen, HEERE! zijn vermogen, en laat U het werk zijner handen wel bevallen; versla de lenden dergenen, die tegen hem opstaan en hem haten, dat zij niet weder opstaan!
WLCבָּרֵ֤ךְ יְהוָה֙ חֵילֹ֔ו וּפֹ֥עַל יָדָ֖יו תִּרְצֶ֑ה מְחַ֨ץ מָתְנַ֧יִם קָמָ֛יו וּמְשַׂנְאָ֖יו מִן־יְקוּמֽוּן׃ ס
Trans.bārēḵə JHWH ḥêlwō ûfō‘al yāḏāyw tirəṣeh məḥaṣ māṯənayim qāmāyw ûməśanə’āyw min-yəqûmûn:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel), Heup, Lenden

Aantekeningen

Zegen, HEERE! zijn vermogen, en laat U het werk zijner handen wel bevallen; versla de lenden dergenen, die tegen hem opstaan en hem haten, dat zij niet weder opstaan!


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

בָּרֵ֤ךְ

Zegen

יְהוָה֙

HEERE

חֵיל֔וֹ

zijn vermogen

וּ

-

פֹ֥עַל

en laat het werk

יָדָ֖יו

zijner handen

תִּרְצֶ֑ה

wel bevallen

מְחַ֨ץ

versla

מָתְנַ֧יִם

de lenden

קָמָ֛יו

dergenen, die tegen hem opstaan

וּ

-

מְשַׂנְאָ֖יו

en hem haten

מִן־

dat zij niet

יְקוּמֽוּן

weder opstaan


Zegen, HEERE! zijn vermogen, en laat U het werk zijner handen wel bevallen; versla de lenden dergenen, die tegen hem opstaan en hem haten, dat zij niet weder opstaan!

________

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!